Ruud & Elvira in Latijns-Amerika

Carnaval in Oruro

Ons vorige verhaal eindigde met regen in Rurrenabaque, en helaas is de regen die dagniet meer opgehouden.Dit had alsBoliviaansgevolg dat ons vliegtuig niet vertrok. Tijd voor plan B: de bus naar La Paz. Helaas was de gevaarlijkste weg ter wereld (meer dan 200 doden per jaar) onbegaanbaar voor de bus. Dus gingen we voor plan C: met 6 andere gestrande toeristen een jeep huren om op tijd in Oruro aan te komen voor haar beroemde carnaval.

De weg viel ons reuze mee, er lag slechts 1 vrachtwagen in de berm!! (zie foto´s). Het was niet te vergelijken met de modderweg van Trinidad naar San Ignacio.

Doodmoe maar op tijd kwamen we aan in mijnstadje Oruro, 4 uur ten zuiden van La Paz. Gedurende 2 dagen hebben we carnaval op z´n Zuid-Amerikaans gevierd. Waarbij in Nederland waarschuwingen werden gegeven over afgevroren oren en tenen, stonden wij in een heerlijke 25 graden. Van tien uur ´s ochtends tot vier uur ´s nachts dansten duizenden mooi verkleede bolivianen uit alle windstreken van het land met hun dansgroep in de optocht. Het carnaval van Oruro is uniek vanwegehaar grote verscheidenheid in dans, prachtige outfits enhaar grootsheid. Alcoholontbreekt niet; waar de dansers de eerste dag nog netjes hun pasjes deden, konden ze de dag erna nogamper op hun benen enhoge hakken staan. Hotels waren onbetaalbaar, gelukkig mochten we samen met 20 anderen in de huiskamer van een Boliviaanse slapen. Naastde dans warenwaterballon- en schuimspuitgevechten erg populair, waarbij de ballonnen gelukkig niet gevuld waren met olie, verf en urine zoals in Santa Cruz.

Het was een onvergetelijke ervaring!! Zie foto´s en video´som een beter beeld ervante krijgen.

Elvira & Ruud

Trinidad & Rurrenabaque

Wat doe je als je nog iets meer dan een week te gaan hebt voor carnaval en je wil nog meer zien van een land? Je slaat de Lonely Planet open en je kijkt waar ze het minste of het meest negatief over schrijven en je hebt gegarandeerd een leuke tijd zonder massatoerisme. Zo viel ons oog op Trinidad. Een noordelijk gelegen stadje omgeven door jungle en pampas. We wilden ook nog een bezoekje brengen aan Rurrenabaque en via Trinidad zou dit ´in príncipe¨ mogelijk moeten zijn zonder dat we via La Paz hoefden te reizen.

Bij aankomst in Trinidad was het meteen merkbaar dat we in een totaal ander Bolivia waren beland. Het was warm, broeierig, zweterig en zo vochtig dat zelfs de camera moeite had met foto´s maken en constant besloeg. Trinidad is een mooi stadje waar op zich niet veel te doen is, maar dat hoeft dan ook niet altijd. Er zijn wel mooie lagunes & pitoreske dorpjes in de omgeving die we hebben bezocht op ons gehuurde brommertje. Hier in het noorden lijkt iedereen wel een brommertje te hebben en de straten staan er vol mee. De belangrijkste activiteit van de lokale jeugd is om zoveel mogelijk rondjes te rijden rond het centrale plein om mensen te spotten, flirten en na te roepen. Dit schouwspel was erg vermakelijk en we vonden het dan ook heerlijk om tijden in het park te zitten en te zien wat er allemaal om ons heen gebeurde. Het is hier ook heel normaal dat je in een park krokodillen ziet rondlopen zonder hekken er omheen, schildpadden voorbij ziet kruipen en tapiers de grond ziet schoonlikken. Het enige dier waar ze een hekje omheen hadden gezet was een Anaconda van 9 meter en daar waren we natuurlijk wel blij mee. Tijdens het brommertochtje belandden we in een dorpje Loma Suarez waar we een paar lokale vissers vroegen of we met hun meekonden op hun vissersboot. Een van de mannen trommelde zijn 2 zoontjes op en we kregen een mooie tocht dwars door de jungle.

Bij het locale busbedrijf vroegen we of er daadwerkelijk een bus ging naar Rurrenabaque. We hadden namelijk van meerdere bronnen gehoord dat ook deze weg onbegaanbaar was geworden door de hevige regen van afgelopen weken. Het 1e busbedrijf gaf aan dat er geen problemen waren met de weg en alles gewoon reed. Dit moesten we dubbel checken bij de concurrent aan de overkant. Hier werd een heel ander verhaal verteld; er is wel zeker een probleem, de eerste 20 km is helemaal weggespoeld en is alleen begaanbaar per boot. Dit klonk ons meer vertrouwd Boliviaans in de oren en besloten dan ook om met hun te gaan reizen. De volgende dag werden we opgehaald met een oude vrachtwagen die ons verder bracht naar de haven. Onderweg passeerden we diverse tentenkampen voor mensen die nog steeds niet hebben geleerd hun huis op palen te bouwen. Elk jaar stroomt hun huis weg en blijven ze teruggaan naar hun bouwvallen. Ons reisgezelschap bestond uit 19 mannen, vrouwen en kinderen die ons zouden vergezellen tijdens de tocht. Bij aankomst in de haven werd snel duidelijk dat we niet in een normale boot zouden varen, maar met een groot uitgevallen kano zonder stoelen of een dak. Normaal is dit niet erg, maar het stortregende non-stop en de tocht zou zeker 4 uur in beslag nemen. De vrouwen en kinderen konden nog net onder een zeil schuilen, maar wij dappere toeristen hebben 4 uur kou moeten lijden en verheugden ons al op het laatste gedeelte van de trip in de camioneta (open vrachtwagen). Na 4 uur afzien kwam de camioneta dan eindelijk in zicht...maar hoe dichter bij we kwamen, hoe duidelijker werd dat dit geen vrachtwagen was, maar een normale pick-up truck. Je bent in Bolivia, dus je kan er vanuit gaan dat ze alle 19 mensen + bagage hier in willen proppen. En ja, dit gebeurde dan ook....

Na 50 meter rijden in de truck werd al snel duidelijk dat ook deze weg eigenlijk geen weg meer was. Slippartijen, bijna kantelervaringen en weinig beenruimte maakte het er niet relaxter op. Om de 5 minuten moesten alle mannen eruit om de truck uit de modder te trekken met gillende vrouwen als gevolg omdat de truck weer dreigde om te vallen (zie filmpje). Ook de mannen voelden zicht niet helemaal op hun gemak al rennende tussen de vele slangen en andere enge beesten. Omdat we grote stukken met onze knieeën in de modder moesten lopen, kwamen we al snel tot het besef dat we niet voor het donker in de bewoonde wereld zouden aankomen. Ruud die met de rest van de mannen bijna de gehele tocht heeft moeten trekken, duwen en rennen had het idee dat hij in een militaire traning was beland en Elvira heeft bijna de hele tocht met angst in de achterbak moeten doorbrengen. Daarbij kwam dat zij continue werd betast door de vrouw naast haar om te checken of Elvira niet op haar doos eieren zat. Bij overmaat van ramp kwam de truck midden in de nacht vast te zitten in de berm. Ruud, die al voelde dat de auto uit hun handen gleedt, riep nog net op tijd Elvira uit de truck. Diverse trekpogingen werden gestaakt door hevige regenval en pas na 1,5 uur schuilen in de 45 graden scheefhangende truck moesten we nieuwe pogingen ondernemen. Het water stond zo hoog dat het de auto binnen dreigde te lopen, dus het was alles of niets. Graven, trekken en duwen leidde ertoe dat we na meerdere pogingen gelukkig de auto loskregen. De verlichting van de auto deed het inmiddels niet meer en niemand had een zaklamp dus het was trekken aan glibberige touwen in het pikkedonker zonder te weten waar je (op) stapt. Om 4 uur in de nacht kwamen we eindelijk aan in het pitoreske San Ignacio de Moxos, waar we konden overnachten bij een van de medereizigers. Dat was dan 20 uur afzien voor 86 kilometer, oftewel 4 km per uur !

De volgende ochtend kregen we te horen dat er geen verder vervoer was naar Rurrenabaque. De enige optie was een terugvlucht naar Trinidad. Hiervoor hadden we niet al deze moeite gedaan, dus legden ons er niet bij neer! We bleven een extra nacht met de hoop dat er alsnog een truck zou gaan een dag later. Onze moeite werd beloond, want een dag later ging er daadwerkelijk een camioneta de goede richting op. Tijdens de reis passeerden we in onze 4x4 diverse vrachtwagens die waren vastgelopen in de modder. Wonder boven wonder vonden we in het tussenstadje San Borja meteen vervoer naar onze eindbestemming. Dezelfde avond konden we dan eindelijk na 3 dagen onze modder eraf wassen onder een hete douche in Rurrenabaque.

Rurrenabaque is het vertrekpunt voor tours naar de jungle en de pampas. Aangezien er in het regenseizoen alleen dieren te spotten zijn in de pampas, besloten we hier heen te gaan. De 3 dagen in de pampas waren samengevat; krokodillen, vogels, aapjes, zoetwaterdolfijnen, schildpadden en een 4 meter lange anaconda. Deze dieren maakte de vervuilde rivieren, massatoerisme & vernieling van de natuur nog enigzins goed.

Hopelijk vertrekt onze vlucht vanmiddag naar La Paz om op tijd in Oruro carnal te vieren! Om te mogen opstijgen mag het niet regen en wat doet het op het moment...?

Cochabamba & Toro Toro

Op de één of andere manier glippen we telkens door het oog van de naald. Op weg van Santa Cruz naar Cochabamba parkeerde de bus vóór ons zijn neus netjes in de berm en liep het met de bus achter ons ietsje minder goed af: 5 doden en 32 gewonden. Busongelukken zijn samen met instortende bergen nu in het regenseizoen dagelijks in het nieuws. Omdat Cochabamba een redelijk grote stad is klopten we maar meteen aan bij Boliviaanse vriendinnen van Elvira´s huisgenootje Irene. Aangezien we op weg daar naartoe bekogeld waren met waterballonnen, een gewoonte in de carnavalsperiode, stapten we maar meteen met Cecilia en haar zusje Carlita in de auto, bewapend met zakken waterballonnen en klaar voor een zoete wraak.

Al snel vertrokken we vanuit Cochabamba naar het vrij onbereikbare en (nog) niet toeristische nationale park Toro Toro, bekend om de vele dinosaurussporen die overal in de omgeving te zien zijn.Het dorpje,slechts 138 km ten zuiden van Cochabamba, bereik je in 7 uur. We hebben ons wel eens beter gevoeld na een busrit... de toeristisch-uitziende krakbus met ons als enige toeristen vertrok véééls te vroeg, de locals zaten op onze schoot en inmense rotsblokken moesten door de passagiers van de weg verwijderd worden.

De kleine week in het dorpje Toro Toro met haar 80 families was geweldig. Er heerst nog echt een dorpsgevoel, waar iedereen bij elkaar naar binnen loopt, gastvrij is (ook naar gringuitos; buitenlanders), gedag zegt op straat, internet/telefoon/bank-vrij is en je ´s ochtends moet reserveren voor je avondeten in de huiskamer van een local. Gedurende 4 dagen bezochten we samen met een 18-jarige gids uit ToroTorode canyon, de dinosporen die goed bewaard zijn gebleven door verhard modder, muurschilderingen van voor Christus en een aantal watervallen. Erg spectaculair was de tocht door Umajalanta, als we het moeten geloven de grootste en diepste (ja Bolivia is trots op al die records) grot van Zuid-Amerika. We moesten stukken provisorisch abseilen, ons door kleine ruimtes wurmen en oppassen dat we niet 20 meter met de watervallen mee naar beneden stortten. Zoals nergens in Bolivia waren er geen paden, armleuningen of wegwijzers, wat een erg avontuurlijk en niet-Europees gevoel gaf.

Tijdens het bezoek aan de grot ontmoetten we een grote groep protestantse jongen tussen de 18 en 28 jaar uit Cochabamba, die voor het weekend ook in Toro Toro verbleven. Ze nodigden ons uit om ´s avonds te komen zingen in de kerk en daarna mee te gaan ´spelen´. Omdat ze zo enthousiast en vriendelijk waren besloten we halverwege de mis naar binnen te sluipen en zonder op te vallen op de achterste bank te gaan zitten. Dit liep echter íetsje anders. In plaats van de 2 jarigen in de groep die dag stonden wíj de rest van de avond midden in de belangstelling. Na een preek over wat de waarheid is (dat is Jezus Christus) werden we meteen naar voren gehaald, kregen we de opdracht te vertellen wie we waren en werden we door iedereen persoonlijk gekust en omhelst. Tijdens één van de religieuze liederen werd dit tafereel nog eens herhaald en werd er zelfs handjegeklapt en gemasseerd. De sfeer zat er dus al goed in toen de jarigen letterlijk met hun neus in de taart werden gedrukt, wij vervolgens een vééls te groot stuk en frisdrank kregen en naar de patio van de kerk gingen om tot 1.30 ´s nachts ´levend 3 op een rij´, stoelendans en andere kinderlijke spelletjes te spelen. Aan het eind van de avond werden de grootste verliezers van de avond gestraft door het uitvoeren van een eendendans, de flirtende trein (vraag Elvira bij terugkomst om een demonstratie) en een meisje werd verplicht te trouwen met een jongen uit het dorp (Ruud was zoals de hele avond ook hierbij de sjaak maar kwam er nog net onderuit). Ter afsluiting van deze geniale avond werd er nog even heel toepasselijk voor ons gebeden. Nooit gedacht dat we zó hard zouden lachen tijdens een mis en spelletjesavond van de kerk!!

Ons verblijf in Toro Toro kwam tot een einde met de rit naar Ciudad de Itas, een Indiana Jones-achtige omgeving met rotsen gevormd als gotische kerken. Achterin staand in een open truck werden we twee uur heen én twee uur terug van links naar rechts geslingerd door een 16-jarige bestuurder zonder rijbewijs op de slechtste weg van het land. Bij terugkomst in het dorp bleek dat zijn vader eigenlijk zou rijden maar een aantal glaasjes teveel op had en niet meer op zijn benen kon staan... De terugrit naar de bewoonde wereld (Cochabamba) was weer erg Boliviaans: slippartijen, kapotte versnellingsbak en locale kleuters op schoot. (Ps. Annemiek die versnellingsbak doet het nu weer dankzij het verband dat je ons hebt meegegeven. Bedankt!).

Morgen hopen we aan te komen in de jungle in het noordelijke Trinidad, waar vanuit we Rurrenabaque per bus proberen te bereiken. Via La Paz is dit met de extreme regenval op het moment onmogelijk. Met carnaval zijn we uitgenodigd door Cecilia en Carlita in Oruro, waar zij een tweede huis hebben. Samen met Rio de Janeiro is het carnaval van Oruro de bekendste van Zuid-Amerika, met veel tradicionele dans en optochten.

Ps. Aanschouw naast de foto´s van Toro Toro ook die van het Christusbeeld in Cochabamba, hetGROOTSTE beeld van Hem in Zuid-Amerika!!Is Bolivia waarempel wéér ergens de grootste in...

Hasta luego,

Ruud & Elvira

Ruta del Che

Ons voorgenomen verblijf van 1 week in Sucre is uiteindelijk uitgelopen tot een dikke 3 weken. Ruud heeft nog 1 week extra zijn huiswerk gedaan en Elvira heeft kinderen van 3 tot 6 jaar gevoed, in bed gelegd en vermaakt. Tot dat vermaak behoorden ook uitstapjes naar bijvoorbeeld de verwaarloosde tuinen van kasteel Glorieta. Een hele ervaring was het al om er te komen. Zonder te overdrijven wisten ze 6 volwassen en 22 kinderen in 2 taxi´s te proppen met als gevolg dat er voor elke drempel uitgestapt diende te worden. Daarbij heeft Elvira, als ze niet teveel last had van haar darminfectie, getolkt tijdens tours georganiseerd door Linda van cafe Amsterdam. De gidsen van deze tours zijn jongens van de straat (waaronder schoenpoetsers en autowassers) die Ñanta een beter leven wil geven. De jongens weten onwijs veel van de stad; echt een aanrader voor degenen die nog naar Sucre willen gaan!

Een bezoek aan het dorpje Yotala was het zoveelste excuus om onze bustickets weer door te verkopen en het afscheid uit te stellen. Samen met Linda, Maaike & een Boliviaanse Chinees gingen we naar dit dorpje toe om eens ouderwets aan de chicha te gaan. De witte vlag werd snel gevonden (wat aangeeft dat er chicha verkocht wordt), dus de pret kon weer beginnen. De dag erna was namelijk het moment aangebroken dat we daadwerkelijk Sucre zouden verlaten, dus een gepast afscheid was wel zo op zijn plaats.

De Che route lag op ons te wachten en de weg was weer open na wat aardverschuivingen door overmatige regenval de week ervoor, dus we moesten onze kans nu wel pakken! We waren op de hoogte gesteld van de Che Guevara route door de Duitser Ebo, die al 20 jaar in Bolivia woont en werkt. Hij raadde ons aan om de weg op eigen gelegenheid te volgen vanuit Sucre ipv met een tour vanuit Santa Cruz (onze huidige verblijfplaats). Deze weg wordt ook wel de oude handelsroute genoemd tussen Sucre en Santa Cruz. De naam ¨oud¨ refereert aan het feit dat deze dus NIET meer wordt gebruikt en zwaar verwaarloosd is!

Zo gezegd, zo gedaan belandden we in het eerste dorpje van de trip aan; Villa Serrano. Dit kleine en rustige dorpje gelegen aan een klein riviertje was zo relaxt dat we er 3 nachten verbleven. Hoe klein het ook was, ze hebben de eer om ´s werelds grootste charango & trommel te bezitten in een museum die je alleen kan bezichtingen als jezelf de sleutel op het gemeentehuis ophaalt...Met de dochter (Machy) van de eigenaresse van het hostel zijn we vervolgens een dagje meegegaan naar hun nieuw te bouwen vakantiehuisje ergens op het platteland. Opgepropt in de achterbak van haar broer´s vrachtwagen, zijn we in 3 uur naar dit paradijsje op aarde gereden. Na een dag maximaal niets gedaan te hebben, moesten we toch echt verder, want 1 regenbui en de weg kon weer onbegaanbaar zijn. De wekker ging al vroeg, want om 6:30 stipt zou ons busje vertrekken (tot nu toe zijn al onze bussen op de minuut vertrokken en hebben we nog nooit meer dan 10 minuten vertraging gehad...Kunnen ze in NL nog iets van leren met die sneeuwvlokjes). Gaten in de bodem van de bus beloofden een wilde rit en dat werd het ook...Een twintigtal rivierbeddingen, afgronden van soms wel 400 meter, 10 cm naast je raam zonder vangrail en lekke banden behoren tot de standaard in Bolivia. Pretparken hebben ze dan ook niet nodig in dit land, neem gewoon een bus; die overtreffen de spannendse attracties van Sixflags! Al met al kwamen we toch zonder kleerscheuren en vertraging aan in Pucura waarvanuit we La Higuera zouden gaan bezoeken. In La Higuerais Che Guevara doodgeschoten in een oud schoolgebouw. Het enige wat rest in dit dorp zijn een gedenkplaats, standbeelden en een museum op de plek waar ooit het oude schoolgebouw stond.

Na het bezoek aan deze legendarische plek zijn we vertrokken naar Valle grande, een wat groter stadje waar Che Guevara´s lichaam is tentoongesteld aan de wereldpers op een wastafel. De wasplaats staat nog steeds op dezelfde locatie bij het ziekenhuis die ook nog steeds dienst doet als het ziekenhuis van Valle Grande. Toen in 1997 het lichaam van Che Guevara & zijn kornuiten eindelijk waren gevonden bij het vliegveld van Valle Grande, werd dit een waar bedevaartsoord voor de linkse Che fanaten. Tegenwoordig is er een heus mausoleum op de plek waar Che 28 jaar geheimlijk heeft geslapen.

Nadat we alle plekken van Che hadden gespot, konden we gaan uitrusten in Samaipata, een waar Europees dorp midden in Bolivia. Hier wonen meer Nederlandsers, Duitsers & Fransendan alleBolivianen bij elkaar, wat een beetje een skidorp-zonder-sneeuw -gevoel geeft. Dit is tevens het dorp waar de (pre)Inca reunie El Fuerte ligt en hier moesten wij natuurlijk ook even een bezoekje aan brengen.

Een andere attractie van Samaipata is de toegang tot het naastgelegen Amboro nationaal park, een bos zo groot als België met vele bijzondere planten & dieren. Zoals jullie al gemerkt hebben is Bolivia erg goed in om overal de grootste, beste en kleinste in te willen zijn. Nu hebben wij in Bolivia al de grootste zoutvlakte ter wereld bezocht (Uyuni), de hoogste gelegen stad ter wereld verkend (Potosi) en de grootste trommel & charagno ter wereld gezien (Villa Serrano), nou hier hadden ze de grootste varens ter wereld! Sommige hebben een lengte van meer dan 10 meter hoog.. Naast deze leuke plantjes had het varenbos ook nog eens de kleinste bloem ter wereld voor ons in petto! Zo, dat kunnen we ook weer afstrepen van ons lijstje...

Op het moment van schrijven zitten we in naastgelegen Santa Cruz, het economisch hart van Bolivia. Een vreemde gewaarwording, want iedereen lijkt hier rijk te zijn in tegenstelling tot de andere steden in Bolivia waar iedereen arm lijkt te zijn. Porches, Jaguars, BMW´s rijden hier af en aan en mensen lijken bijna Europees. Niet echt ons Bolivia dus, maar één voordeel; er is snel internet! Vandaar dat we jullie dit keer trakteren op extra veel foto´s verdeeld over 2 mappen! Veel kijkplezier en tot snel!

Liefs Elvira & Ruud

Potosí & Sucre

Om 3 uur ´s nachts kwamen we aan in ons spookkloosterhostel in de ijskoude en hoogst gelegen stad ter wereld genaamd Potosí. Na een paar dagen te hebben geacclimatiseerd, waaronder in natuurlijke hotsprings tussen de bergen van de stad, besloten we met tegenzin toch maar een mijntour te doen. Verkleed als clown (in gele pakkies) gingen we met een veels te grote groep toeristen één van de vele actieve mijnen van Potosí in. We zagen er tegenop want we hadden de dag ervoor de The Devil´s Miner gezien, een verschrikkelijke film over de vele kinderen die noodgedwongen werken in de mijnen van de stad. We voelden ons nogal bezwaard en ongemakkelijk tijdens het pottenkijken. Vele arme potosinos werken onder extreem slechte, middeleeuwse omstandigheden. Even ter verbeelding: de gangen zijn zo laag dat je afgewisseld moet bukken of kruipen en op de meeste plekken staat het grondwater tot aan je knieën. Sinds de koloniale tijd zijn er al ongeveer 8.000.000 mijnwerkers omgekomen. Tegenwoorden sterven er nog steeds gemiddeld 2 werkers per week door de giftige gassen en stoffen in de mijnen.

Dit alles deed ons besluiten de volgende dag met eigen vervoer terug te keren naar de ´Cerro Rico´, de rijke berg. Met het geld dat je normaal aan de touroperator betaalt kochten we flessen frisdrank en coca-bladeren om zowel de jonge als oudere mijnwerkers alsnog fijne feestdagen te wensen. Deze daad voelde erg goed, vooral met oog op het feit dat de toeristen die met een tour meegaan voor de lol dynamiet opblazen voor de ogen van de mijnwerkers, waarvan in de plaats4 grote flisdrankflessen gekocht hadden kunnen worden om de dorst van de hardwerkende mannen te lessen. Helaas maakten de vele stoere mannen Elvira een beetje zenuwachtig waardoor zij haargoede jas, 2 vesten en tas incl. portomonnee in de taxi liet liggen die we wegstuurden tijdens het uitdelen van de kerstcadeaus...

Na 5 dagen Potosí vertrokken we naar het zonnige Sucre, La ciudad blanca, oftewel ´de witte stad´. Op oudjaarsavond om 19 uur (00 uur Nederlandse tijd)dronken we champagnemetvele Nederlanders in Café Amsterdam en daarna vertrokken we gezamelijk naareen groot feest in de Joyride, waar de alcohol en de dronken boliviaantjes rijkelijk vloeiden. Die zondag zijn we naar de beroemde markt in Tarabuco gegaan, waar één van de vele tradicioneleinheemse bevolkinsgroepen van Bolivia woont. Jeherkent ze aanaan poncho´s met typerende wevingen en hun rare hoedjes. Zij hebben als een van de weinige inheemse groepen de Spaanse kolonialisten overwonnen aan het begin van de 19e eeuw.

Afgelopen week hebben we onsSpaans bijgespijkerd (Elvira) of met trots met lessenbegonnen (Ruud) opdeAcademia Latinoamericana. Ter afsluiting gingen we gister samen met de docenten naar een chichería (vieze lokale bar voor dronkenlappen) om chicha (alcoholisch drankje van mais)te drinken en sapo (¨pad¨ een spelwaar je zware muntenin de bek van een pad moet proberen te gooien vanaf 4 meter afstand) te spelen.Verder heeft Elvira de sportschool weer eens een bezoekjegebrachtvoor maar liefst 0,50 eurocent perdans/zumbales.

Sucre bevalt ons wel,daarom hebben we besloten nogeven te blijven, zodatRuudenthousiast kan doorstuderen, Elvira in een weeshuisvrijwilligerswerk kan gaan doen en we nogmeer chicha kunnen drinken!

Groetjes vanuit het warme Sucre!

Salar de Uyuni

De laatste dagen in Argentinie hebben we heel rustig aangedaan in Tilcara om vervolgens dan eindelijkhet volgende land aan te doen: Bolivia!Bij de grens werd al snel duidelijk dat we hier in een compleet andere wereld terecht zouden komen. De chaos was gigantisch, mensen lopen bijna allemaal in de tradionele kledij en de prijzenzijn minstensgedeeld door 2 in vergelijking met Argentinie.

Onze eerste stop was in Tupiza, een leuk overzichtelijk dorpje waar werelaxte mensen hebben leren kennen. Vanuit hier hebben we de zouttour geboekt in plaats van Uyuni waar de meeste jeeps normaal vertrekken. Door te vertrekken vanuit Tupiza hadden we een dag meer in de jeep, maar ook veel minder medereizigers, waardoor we niet de hele tijd in een kolone reden en meer verschillende gebieden zouden gaan zienipv de standaard route.

De tocht was erg inspannend, elke dag opstaan rond 5 uur in de morgen om vervolgens tot 6 uur ¨s avonds door te moeten rijden over zeer slechte wegen. Maar al met al is het allemaal zeer de moeite waard geweest, wehebben weer vele mooie landschappen (woestijnen, vulkanen, lagunes, hotsprings)& dieren ( flamengo´s, vicuñas, lama´s) mogen aanschouwen! De hoogte is soms wel vervelend door steeds terugkerende hoofdpijnen en moeilijke ademhaling, maar de coca bladeren doen wonderen!

Helaas ging het de 3e nacht regenen, waardoor de zoutvlakte veranderde in een grote oceaan. Hierdoor hebben we niet de strak witte foto´s, maar wel een mooi spiegelbeeld (zie foto´s). Op het moment zitten we in Potosi, het bekendste mijnstadje van Bolivia, op 4200 meter hoogte, waar we een paar dagen onze rust pakken. Nieuwjaar gaan we vieren in Sucre, waar we misschien een spaanse cursus zullen gaan volgen.

Alvast gelukkig nieuwjaar allemaal en geniet van jullie laatste vrije dagen, voor jullie het weten is het januari en begint de sleur weer...

Liefs

Elvira & Ruud

Noord Argentinie

De stad Mendoza heeft helaas niet aan onze verwachtingen voldaan. We hoopten op een mooie stad omgeven door idyllische wijnvelden waar wij met onze fiets doorheen zouden paraderen. Jammer genoeg bevonden we ons zo ongeveer op een vuilnisbelt genaamd Maipu!Fietsend op een autowegtussen vrachtwagens die ons met 100 km per uur inhaaldenbezochten we een aantal ´wijnboeren´. De wijngaarden werden besproeid met vervuild water waar plastic en olie in dreef...De tour bestond slechts uiteen 5 minuten durende verkooppraatjes en zo snel mogelijk je wijnglas leegdrinken; uitleg over het productieproces was helaas niet aan de orde.Hoe de wijn gemaakt wordt wisten ze zelf waarschijnlijk niet eens..Mr Hugo, de fietsverhuurder, maakte onze dag enigzins goed door het onbeperkt aanbieden van wijn, maar van een echte wijntour kunnen we dus niet spreken!

Toen was de tijd daar om afscheid te nemen van onze eigen Dennis, hij moest verder reizenomdat zijn vlucht vandaag gaaten wij wilden eigenlijk zo snel mogelijk weg uit Mendoza. Onze volgende bestemming was Salta, een nog noordelijker gelegen koloniale stad. Hier hebben we eindelijk gevonden wat we misten in Mendoza: mooie gebouwen, parken, relaxte sfeer en groene bergen. Hier hebben we een bezoek gebracht aanhet archeologischmuseum waar inca kinderen in goede staattentoongesteld zijn. Ze zijn nog in goede staat omdat ze op grote hoogte in de Andesbergen zijn gevonden endankzij de kou bijna niet zijn aangetast.

Vanuit Salta hebben we Cachi bezocht, een van de oudste stadjes van Argentinie gebouwd in Cusco stijl. De tocht er heen was erg bijzonder, van groene tot rode bergen, van woestijnen met cactussen van 6 meter hoog tot diepevalleien. Om niet ziek te worden van de grote hoogteverschillen tijdens de tocht, bood de chauffeur ons coca bladeren aan en dronken we coca thee.

Hierna zijn we naar Cafayate vertrokken voor echte wijntouren en nog meer mooie valleien. Dit stadje ligt in een dal waar iedereen wijn lijkt te verbouwen en deze wijnvelden er ook een stuk gezonder uitzien. De wijntouren die we gedaan hebben waren ookbeter, gratis en echte uitleg over hoe de wijnen gemaakt worden. Elvira genoot vollop van de geitenkaasboerderij en zelfs van het lopen (!)door de Quebrada de Cafayate. Dit rode gebergte heeft heel veel indruk op ons gemaakt! Het was geweldig om tussen de rode rotsen detrekken en klimmen en alles aan temogen raken.Dit gebergte lijkt wel het kleine zusje van de Grand Canyon. Ook bezochten we het natuurlijke amphitheater en de Devil´s throat (zie foto´s), waar vroeger watervallen door heen vielen. Ook dit leek weer op apenkooien op de basisschool, geweldig!

Vandaag verlaten we onze favouriete bestemming tot nu toe. We gaan nu verderrichting het noorden, waar we nog een zoutvlakte en dorpjes zullen bezoeken. Binnen een week bereiken we waarschijnlijk de grens met Bolivia, waar internetten misschien wat moeilijker zou worden.

Bedankt voor alle reacties en Josje gracias voor de extra foto-ruimte!!

Ruud & Elvira

Op reis in Patagonie met Dennis

Eenmaal één van de hoogtepunten van de reis bereikt, namelijk het pinguin en walvisspotten, was het moment van afscheid aangebroken. Els & Daniel gingen terug naar hun appartement in Buenos Aires, wij samen met Andrew, vanaf heden Dennis genoemd (omdat hij een kopie is van Dennis van der Geest) stapten we vol goede moed, na 2 uur wachten op het busstation, in de bus naar het zuiden. Na 32 uur en een tussenstop in Rio Gallegos kwamen we dan eindelijk en zeer vermoeid aan in het pitoreske alpendorp El Calefate.

Vol zelfvertrouwen besloot Dennis naar een ander hostel te gaan, maar na een dagje onder de Amerikanen vertoeven in een vergelegen hostel begon hij ons wel erg te missen en verhuisde hij naar ons supergezellige hippie-hostel met uitzicht op het meer en de bergen. Na een dagje rust bezochten we ter voet en boot de indrukwekkende blauwe gletsjer Perito Moreno van 60 meter hoog. Helemaal onvoorbereid gingen we de kou in, zonder muts, sjawl, handschoenen, afritsbroek, bergschoenen of hiking-stokken, in tegenstelling tot alle andere Patagonie bezoekers. Zonder te dollen, wij waren de enige twintigers en werkelijk de enige toeristen in spijkerbroeken en Nikes!

De dag erna zijn we al om 5.30 uur een Chileense stempel in ons paspoort gaan halen om het mooiste natuurpark van Chili een bezoekje te brengen. Na alle weersomstandigheden te hebben meegemaakt (regen, sneeuw, hagel, zon) stonden de Torres (bergen) del Paine mooi op de foto. Om 23.00 uur kwamen we erg vermoeid weer aan in onze hippie-stek, waarna we de volgende ochtend vroeg begonnen aan de helse route 66 van Argentinie, genaamd Ruta 40. 28 uur in een onconfortabele bus, off-road, maar wel met prachtige panorama`s.

Bariloche, de plek waar Willem en de geliefde Maxima grond hebben aangekocht (bron: www.nu.nl), heeft ons positief verrast. Dit stadje gelegen in het Lake District beschikt over adembenemende en hoogtevrees-creerende uitzichtpunten over (nogmaals) meren en bergen. Deze mega-heuvels overrompelden ons op de 2e zonnige dag, waarop we met de Nederlandse `dit doen we wel even-mentaliteit' mountainbikes huurden. Onze overtollige zwembandjes, veroorzaakt door de vele rode wijntjes en steaks, er eenmaal afgefietst te hebben, vertrokken we naar Mendoza, een noordelijker gelegen stad bekend om haar heerlijke Malbec wijnen.

Nu precies 1 maand onderweg en 9.861 km in de bus afgelegd te hebben, zullen we nu in een rustiger tempo richting het noorden trekken. ¡Chao Patagonia!